Elke Godzoeker kan men wijzen op Jezus Christus. Immers: “Niemand heeft ooit God gezien; de eniggeboren Zoon, die aan de boezem des Vaders is, die heeft Hem doen kennen.” (Joh. 1:18) “Hij is het beeld van de onzichtbare God” , schrijft Paulus (Colossenzen 1:15). En tenslotte zegt Jezus zelf: “Wie de Zoon niet eert, eert ook de Vader niet, die Hem gezonden heeft.”(Joh. 5:23; Johannes 14:4-10). Het is duidelijk dat men God leert kennen door zich te verdiepen in het leven van Jezus in geloof en overgave aan Hem (Christus is het  ‘brandglas’  waardoor de stralen van Gods liefde doorstralen naar mensen. Het knooppunt van die liefde is op de mens gericht).

De Kerk van de Nazarener is een Christocentrische kerk. Christus staat in het centrum van haar bestaan. Hij is het hoofd van de kerk maar Hij is ook de oorsprong en de bouwer van zijn gemeente.

De Kerk van de Nazarener heeft het volgende geloofsartikel betreffende onze Heiland: “Wij geloven in Jezus Christus, de Tweede Persoon van de drie-enige God, dat Hij van eeuwigheid één was met de Vader; dat Hij door de Heilige Geest mens is geworden en geboren werd uit de maagd Maria, zodat twee volledige volmaakte naturen, d.w.z. de goddelijke en de menselijke aldus verenigd zijn in één Persoon, waarachtig God en waarachtig mens, de God-mens. Wij geloven dat Jezus Christus voor onze zonden stierf, dat Hij waarlijk uit de doden opstond en zijn lichaam opnieuw aannam met alles wat behoort tot de volmaking van de menselijke natuur, waarmede Hij ten hemel voer en daar optreedt als middelaar voor ons.”

Om verder te bestuderen: Mattheüs 1: 20-25; 16: 15-16; Lucas 1: 26-35; Johannes 1: 1-18, Handelingen 2: 22-36; Romeinen 8: 3, 32-34; Galaten 4: 4-5, Filippenzen 2: 5-11; Colossenzen 1: 12-22; I  Timotheüs 6: 15-16; Hebreeën 1: 1-5; 7:22-28; 9:24-28; I Johannes 1:1-3; 4:2-3, 15.

 

Uit dit geloofsartikel komen de volgende aspecten naar voren:

* De goddelijke natuur van Jezus

* Het feit van de incarnatie/menswording

* De maagdelijke geboorte

* Zijn verzoenend sterven (wordt behandeld in het hoofdstuk over zonde en verzoening) 

* Zijn opstanding

* Zijn hemelvaart

* Zijn middelaarschap

Deze waarheden worden door het geloof ervaren en eigen gemaakt. Het nieuwe testament bevat veel informatie die het bovenstaande artikel onderschrijven. Immers, op vragen als “Wie is Jezus?” en “Wat heeft Hij gedaan?”, zullen we niet tevergeefs zoeken in de aan ons overgeleverde geschriften.

In de context van deze cursus is het ondoenlijk om in te gaan op de bovengenoemde aspecten. Misschien mag ik volstaan met te concluderen dat wij als kerk geheel in de lijn van de reformatie staan met betrekking tot de centrale plaats van Jezus Christus. Hooguit is het feit dat Jezus niet alleen Koning, Priester en Profeet, maar ook Dienaar (Lucas 22:24-27) genoemd kan worden, een accent dat in onze kerken meer aandacht krijgt. Dit heeft echter alles te maken met de navolging van Christus en het lijden dat dit onvermijdelijk met zich mee brengt. In onze gesprekken over de reikwijdte van Gods genade in de heiligmaking zal dit zeker aan de orde komen.

Bron: Oriëntatiecursusmateriaal, Ds. Maarten van Immerzeel