HET KOMT GOED *de toekomst | Samenvatting
Ds. Dennis Mohn
30 november 2025
Het verhaal begint bij een diepe overtuiging die door de hele Bijbel heen klinkt: God ademt steeds opnieuw de woorden Het komt goed. In de chaos van Genesis spreekt Hij licht in het donker. Hij schept een wereld die goed is, plaatst mensen in relatie en ziet dat het zeer goed is. Door het hele verhaal heen blijft die beweging zichtbaar. Waar mensen vastlopen, opent God toekomst. Abraham en Sara ontvangen hoop terwijl ze hun eigen toekomst al hadden opgegeven. Jozef wordt door alles en iedereen in de steek gelaten, maar ontdekt uiteindelijk dat God zelfs het kwaad kan omkeren. David staat tegenover een reus en vertrouwt dat de God die hem eerder redde, dat opnieuw zal doen. Jezus wordt geboren in een wereld vol gebrokenheid, maar alles aan zijn leven — zijn woorden, zijn genezingen, zijn nabijheid — laat zien dat God herstel brengt. Zelfs het kruis wordt door God omgebogen tot nieuw leven, en in de laatste bladzijden van de Schrift klinkt Zijn stem die zegt: “Alles maak ik nieuw.”
Toch is het voor mensen moeilijk om dat te geloven. Hoop voelt soms te kwetsbaar. In het verhaal van Israël, als het volk eindelijk bij de grens van het beloofde land komt, zien we hoe sterk de kracht van angst kan zijn. Twaalf verkenners zien hetzelfde land, maar niet hetzelfde verhaal. Tien zien alleen obstakels, gevaren, reuzen; twee zien overvloed én de mogelijkheid van God. De meerderheid kiest voor wantrouwen, niet omdat de reuzen groter zijn dan God, maar omdat ze zichzelf klein vinden. Hun zelfbeeld bepaalt hun wereldbeeld. Ze geloven wel dat God goed is, maar niet dat het met hén goed kan komen. Hun voorzichtig hopen is veranderd in een diep wantrouwen – een beschermingsmechanisme dat liever geen teleurstelling riskeert dan hoop durft te hebben.
Dat is herkenbaar. Ook vandaag raken mensen verstrikt in overthinking: niet om te kiezen, maar om risico’s uit te sluiten. We noemen het analyse, realisme, voorzichtigheid, maar vaak is het angst in nette taal. Het hart zegt: “Ik wil geen nieuwe teleurstelling.” En precies dat sluit de deur naar de toekomst die God aanbiedt. God dwingt mensen nooit een toekomst binnen; Hij creëert mogelijkheden, maar de mens moet stappen.
Juist daarom is het belangrijk te ontdekken dat de mens gemaakt is als medeschepper. Zoals bijen honing maken en mieren kolonies bouwen, zo heeft God mensen gemaakt om toekomst te bouwen. In ieder mens ligt de capaciteit om iets goeds te scheppen dat er nog niet was: liefde, hoop, vrede, mildheid, barmhartigheid, licht. De wereld mist vaak precies die dingen die wij weigeren te brengen. De toekomst komt niet alleen omdat God het wil, maar omdat mensen die toekomst durven betreden, durven hopen, durven handelen. Alles wat goed is in de wereld – een kerk, een gemeenschap, een familie, een idee – begon als iets onzichtbaars dat iemand tóch geloofde.
En soms komt er een Kaleb-moment: een moment waarop je de reuzen ziet, maar de belofte groter laat zijn dan de angst. Een moment waarop je besluit om niet terug te keren naar wat veilig lijkt, maar één stap te zetten richting het goede dat God al heeft voorbereid. Die ene stap is het begin van toekomst. Want God zegt: Het komt goed. En Hij nodigt mensen uit om die woorden zichtbaar te maken.
Gespreksvragen:
-
Waar merk jij dat voorzichtig hopen is veranderd in wantrouwen? Wat was de ervaring die dat gevormd heeft?
-
Welke ‘reuzen’ beïnvloeden jouw zelfbeeld en je verwachtingen van de toekomst? Wat gebeurt er als je jezelf ziet zoals God jou ziet?
-
Welke kleine stap richting het goede dat God met jou wil scheppen, zou deze week al gezet kunnen worden?

