Grote goedheid

De belangrijkste preek ooit - deel 4

Lara Mohn

•••

Gelukkig begint Jezus bij het begin. ‘Het koninkrijk van God is hier,’ zegt hij, ‘het is open en bereikbaar, dus zorg dat je erbij bent!’ En dan, omdat het blijkbaar de juiste volgorde is, deelt hij eerst op zijn gemak cadeaus uit. De weg met God begint namelijk altijd met ontvangen. Zijn cadeau aan jou is als een lucifer en nu brand je als een lamp. Je hoeft alleen nog maar je licht te láten schijnen. Het kan niet misgaan, het is simpel, maar als je denkt dat het makkelijk is dan heb je je vergist. Op het spannendste moment in zijn preek laat Jezus blijken hoe absurd het plan is en hoe groot zijn geloof. Hij haalt de heiligste groep mensen van die tijd erbij ter vergelijking, kijkt de meute kneusjes voor hem recht in de ogen en zegt zonder één keer te knipperen: ‘Als je van plan bent in Gods koninkrijk te leven, dan zal jullie goedheid groter zijn dan dat van hen’. De vraagtekens hangen voelbaar in de lucht. Dus het is hoog tijd voor hem om te illustreren wat hij daarmee bedoelt.

‘Jullie hebben gehoord,’ begint Jezus, terwijl hij bewust zijn zinnen vormt, ‘je mag niet doden, want anders word je veroordeeld.’ Iedereen knikt. Dat klopt. Dit is een makkelijke, de meesten hebben zich daar wel aan kunnen houden. ‘Maar ik zeg tegen je,’ vervolgt hij, ‘dat als je handelt uit boosheid, als je neerkijkt op een ander, of een ander met minachting behandelt, je al een oordeel afroept over jezelf.’ Verontruste blikken worden uitgewisseld. Je kunt bijna zien hoe iedereen gelijk aan iemand denkt waar hij een conflict mee heeft, waar hij lelijke dingen over heeft gezegd. ‘Een ander voorbeeld,’ vervolgt Jezus. ‘Jullie hebben gehoord dat je mag scheiden, mits je je vrouw de juiste papieren meegeeft.’ Afwachtend kijkt iedereen naar Jezus, vrezend wat er komt. ‘Maar ik zeg tegen je,’ verzucht hij, ‘als je met verlangen kijkt naar een vrouw die niet de jouwe is, dan ben je eigenlijk al ontrouw.’

Ik heb geen idee of de mensen die naar Jezus luisteren daar hetzelfde voelen als ik, dezelfde moedeloosheid, omdat dit niet te doen is. Maar omdat ik een gulle God heb leren kennen, besluit ik om nog een keer goed te kijken. Mijn gedachten dwalen af naar de regels uit mijn eigen leven, de dingen die ik heb gehoord. Er zijn de simpele, pragmatische regels: ‘Als het buiten koud is, doe dan een jas aan, anders word je ziek’. Maar er zijn ook de beladen regels met hun pijnlijke gevolgen: ‘Als je wilt dat je gewaardeerd wordt, zorg dan dat je aan verwachtingen voldoet’. We volgen de regels waar ons brein ons aan herinnert klakkeloos op. Helaas kloppen ze vaak, ze werken perfect. Tot ik me afvroeg waarom ik me zo afgepeigerd voelde. We denken dat onze regels werken, maar op de lange termijn blijken ze ongemerkt destructief te zijn. Jezus prikt hier door een fundamentele aanname heen die een diep religieus persoon in zijn tijd bewust of onbewust geloofde: ‘Als ik extreme vormen van slechtheid vermijd, dan ben ik goed’.

Goed zijn was een thema in die tijd. Wanneer ben ik goed genoeg? Een gelovige wil weten wanneer hij goed genoeg is in de ogen van God. Maar ook mensen zonder religie willen op de een of andere manier ‘goed genoeg’ zijn. Iedereen heeft een beeld van hoe ‘goed’ eruitziet, ook al reageren we verschillend op dat beeld. De een doet hard zijn best eraan te voldoen, tot hij er burned-out bij neervalt. De ander heeft het allang opgegeven en heeft een overlevingsmodus gevonden die de tijd doodt tot het leven voorbij is, pluk de dag of steek je kop in het zand. Weer een ander rebelleert met hart en ziel tegen de impliciete eisen, kont tegen de krib. Maar allemaal hebben we een idee van wat ‘goed’ is en allemaal worden we daardoor geleid. Zo ook in de tijd van Jezus. Zo ook bij de religieuze elite.

Dit is hoe religieuze goedheid eruitzag in de tijd van Jezus: Als je niet veroordeeld wilt worden, zorg dan dat je grove vergrijpen voorkomt. Als je je zin wilt krijgen, zorg dan wel dat je netjes binnen de afgesproken regels blijft. Als je de lat hoog hebt gelegd, zorg dan dat je eraan voldoet. Als iemand je onrecht aandoet, doe het dan precies even hard terug. En als iemand je vijand is, voel je vrij om hem te haten. In welke wereld is deze vorm van goedheid goed? Dat is de vraag die Jezus stelt terwijl hij zijn luisteraars aankijkt. Zij hadden het zo geleerd. Zij hadden het zo gehoord. Maar Jezus vraagt ze om nog een keer goed te kijken.

Niet doden maakt je nog lang geen goed mens. Kijk eens naar alle stille verwijten, alle minachting, alle kritiek die scheuren veroorzaakt in je relaties, tot de bom barst en alle partijen gevangen zitten in een web van wederzijdse veroordeling. Je scheiding netjes volgens de regels regelen geeft je ook echt geen beter leven. Kijk eens naar de glijdende schaal van je behoeften die steeds groter worden en je leven overnemen, en kijk eens naar de schade die je aanricht bij de ander. Hoog van de daken schreeuwen maakt je ook echt niet beter dan je bent. Kijk eens hoe zinloos het is om jezelf op te blazen en de plek in te nemen van een god, terwijl je net zo goed gewoon mens bent als ieder ander. De ander betaald zetten wat hij je heeft aangedaan betekent vooral dat jij je steentje bijdraagt aan de strijd. En goed proberen te zijn door goed te zijn voor de mensen die je liggen, terwijl je je tegenstander minacht, dat kan iedereen. Kijk dan hoe weinig indrukwekkend dat is!

Deze vormen van goedheid zijn, als je net even iets langer kijkt, als een reflectie in een lachspiegel, krom en onherkenbaar. De maatstaven van de religieuze leiders hadden namelijk heel weinig te maken met goedheid. Er werden enorme concessies gedaan. Er is een karikatuur ontstaan van goedheid, te vergelijken met een perfect gestylede zitkamer in een bouwval van een huis. Het resultaat was hilarisch, als het niet tegelijk zo gênant en schadelijk was. Wat we zien is namelijk laks, manipulatief, arrogant, berekenend en hard gedrag. Zo is goedheid nooit bedoeld, zo zijn wij nooit bedoeld, en niemand wordt er beter van. Het is een beetje zoals hoe ik van nature elke balsport speel: proberen de bal te ontwijken in plaats van het spel te spelen. Kritiek voorkomen, teleurstelling voorkomen, falen voorkomen, pijn voorkomen, nederlaag voorkomen, weer een dag overleefd. Tot ik me ergens onderweg afvraag wanneer ik eindelijk het gevoel ga krijgen dat ik leef, voluit leef.

Ik denk nog eens aan Jezus’ uitspraak: ‘Tenzij jouw goedheid groter is dan dat van de vrome religieuze elite, leef je niet in het koninkrijk van God.’ Ineens zie ik dat het idee minder absurd is dan het leek. Want als die goedheid van het religieuze systeem helemaal niet goed wás, omdat het niets meer met goedheid te maken had, dan moest het op z’n minst beter kunnen. Ja, Jezus legt de lat hoog. Er is geen compromis als het gaat om goedheid, om leven, om licht, om liefde. Maar ik begin een beetje te begrijpen dat hij om zich heen kijkt, naar nederige mensen die niets te verliezen hebben, ook naar ons, en zegt: ‘Geloof me, dat kunnen jullie beter.’ De realiteit van God is waar het volle leven wel degelijk bestaat. En met een paar simpele illustraties schildert Jezus hoe dat eruit kan zien.

Wat als je iemand zou zijn die onenigheid uitpraat, die naar de ander toegaat als je weet dat hij iets tegen je heeft, ook als hij of zij jou misschien mijdt? Wat als je zou streven naar herstel van het contact als je iets verkeerd hebt gedaan, zo snel mogelijk, als je nog samen onderweg bent en nog niet te ver uit elkaar gegroeid? Wat als je trouw zou blijven aan wie je trouw hebt beloofd? Wat als je een schadelijk verlangen zou uitroeien bij de wortel, diep in je hart, zodat het geen schade aanricht bij jezelf en degene van wie je houdt? Wat als je eerlijk zou zijn over wie je bent, over de grenzen van je weten en je kunnen? Wat als je het gewoon simpel zou houden? Wat als je degene die je onrecht aandoet zou benaderen met zorg en hulp en vriendelijkheid? Wat als je zou houden van iedereen, zelfs van je grootste vijand? Dát, lieve mensen, is pas indrukwekkend. Dat, en nog veel meer, is het gezicht van ware goedheid! Wil je écht goed zijn? Wil je écht leven? Dat is in ieder geval wat Jezus wil voor ons.

Het zal geen toeval zijn dat Jezus in zijn uiteenzetting toewerkt naar het hart van de gulle God waar hij mee begon. ‘Het doel van alles wat ik gezegd heb,’ zegt hij, ‘is dat jullie kinderen zullen zijn van jullie Vader.’ Voor het eerst noemt hij God hier Vader, en niet alleen van hem zelf, maar van iedereen die erbij wil horen. Hij maakt het ongelofelijk persoonlijk en intiem. ‘Hij is de Vader die kijkt naar kinderen die goed doen en kinderen die er een zooitje van maken, naar kinderen die in vrijheid leven en kinderen die zichzelf gevangen laten zetten, naar kinderen die blaken van gezondheid en kinderen die ziekelijk zijn, en Hij geeft ons allemaal zon en Hij geeft ons allemaal regen, zodat we allemaal kunnen groeien.’ Dit is het karakter van God. Dit is de goedheid van Zijn koninkrijk. En zo zullen jullie ook zijn.

Blijkbaar hoeft hij er niet veel meer woorden aan vuil te maken. Ik denk aan de compilatie van selfies met Matthijs van Nieuwkerk die mensen instuurden rond de finale van DWDD. Al die losse plaatjes vormden samen onmiskenbaar zijn gezicht. Precies zo zet Jezus in deze belangrijkste preek ooit, en vervolgens in de rest van zijn leven, talloze beelden naast elkaar van hoe de mensen die bij God horen eruitzien. De veelkleurigheid, de nuances, de vele schakeringen komen erin terug. En als je van een afstandje kijkt naar het geheel dan verschijnt daar onmiskenbaar een gezicht. Want zo perfect in goedheid als Hij is, zo zullen ook Zijn kinderen zijn. Voeg alle kinderen van het Licht samen en je ziet het gezicht van God.

 

Reflectie opdracht:

  • Denk eens na over de belangrijkste leefregels die jij geleerd hebt, misschien in je jeugd of later in je leven, en die jij geneigd bent te volgen. Waar beschermen ze je tegen? Op welke manier kunnen ze wellicht ook schadelijke effecten hebben?
  • Zet een timer op 5 minuten en schrijf in die tijd zoveel mogelijk termen rond goedheid op papier (denk aan goede eigenschappen, goed gedrag, goede ervaringen etc). Leg nu die lijst eens naast je regels. In hoeverre brengt het volgen van jouw regels je dichter bij goedheid?
  • Schrijf op wat het voor jou betekent dat God zon en regen geeft voor wie goed doet en wie kwaad doet.

 

Bid mee, als je wilt: ‘Goede God van dat mysterieuze koninkrijk, ik denk dat ik iets beter begrijp waarom U de lat zo hoog legt. Mijn regels geven me een gevoel van houvast, alsof ze me verder helpen, terwijl ze me eigenlijk zo vaak beschadigen. Het lijkt erop dat U gewoon iets beters met mij voor heeft. Dank U wel dat U mijn Vader bent, dat ik dus Uw kind ben. Dank U wel dat U mij zon én regen geeft, hoe ik me ook gedraag. Zo wil ik ook zijn, voor mezelf en voor de mensen om me heen. Ik wil weten hoe ik tot op het bot goed kan worden, zoals U bent. Ik wil leren écht te leven. Amen.’

Deze tekst is gebaseerd op Mattheüs 5:21-48.

RECENTE ARTIKELEN

Relatiegeschenken

RelatiegeschenkenColette van der Heiden ••• Ik werd een tijdje terug verrast door de ontdekking dat ik van bijbels ‘offeren’ een heel vertekend beeld had. ‘Offers…

LEES VERDER
Klik hier voor meer artikelen >>

Wil jij ook de ENTHOUSIAST per mail ontvangen en/of UPDATES uit de gemeente schrijf je dan in.

* verplicht veld
E-mail Services (maak een keuze)