Je reuzen verslaan

8 maart 2020
Ds. Dennis Mohn
Matteüs 21:9-17

[printfriendly]

Samenvatting

Een aantal keren lezen we in de evangeliën dat Jezus de zoon van David wordt genoemd. De zoon van David is een messiaanse titel. En deze titel komt van een belofte die God heeft gedaan aan David (2 Samuel 7:12-13). En deze belofte van God had als gevolg dat de mensen ernaar verlangden om die geweldige zoon van David te zien – die zoon die voor altijd en eeuwig zou regeren. Iemand die zoals David ook het aanbidden van God centraal stelde. En net zoals Jezus in de tempel opruimde wat in de weg stond van God aanbidden zo ruimde ook David op wat hetzelfde doel in de weg stond. Dus opruimen wat in de weg staat om onze relatie met God de Vader vorm te geven. Het misschien meest bekende opruimverhaal van David is zijn ontmoeting met Goliat.

Goliat staat als het ware symbool voor al deze “gigantische” uitdagingen en problemen en zorgen en noden en reuzen die in de weg staan om onze relatie met God de Vader vorm te geven. En dan is de vraag: Wat is de reus in jouw bestaan die dit doel in de weg staat? Hoe heet jouw reus? Reuzen kunnen allerlei namen hebben: angst, onzekerheid, verslaving, sprakeloosheid, onverschilligheid, besluiteloosheid, goedkeuring nodig hebben van anderen, schuld geven aan andere, niet kunnen vergeven, pity-parties, boosheid, zelfbeeldproblemen, etc. Ongeacht hoe die dan heet hij geeft je een gevoel van overweldigd zijn, onmacht, je bent radeloos, het voelt uitzichtloos en jij voelt je moedeloos.

Als we een David waren dan zouden we het gevecht aangaan (1 Samuel 17:32) omdat de reuzen in ons leven niet zomaar weg zullen gaan. Dus we moeten de confrontatie aangaan. Verder is het probleem niet hoe groot het obstakel is. Het probleem is hoe klein het je laat voelen. Dus onthoudt altijd de kracht van je God, niet de omvang van je obstakel.

Opruimen wat onze relatie met God de Vader in de weg staat. Het is wat David deed. Het is wat Jezus deed. Jezus wist dat Hij de messias is. Hij wist dat Hij de zoon van de levende God is. Weet je wat altijd weer gevaarlijk is voor je reuzen? Wanneer een kind van God de waarheid kent van wie hij/zij is in Christus. Als God een Goliat voor je neus neerzet dan moet Hij ook geloven dat er een David in jou zit. En je hebt niet alleen een David in jou maar je hebt de zoon van David in jou! En daar sta jij dan met alleen een slinger… maar dat is genoeg in de handen van een David. Het is genoeg in de handen van iemand die weet wie hij of zij is in Jezus. En Jezus is altijd groter dan welke reus ook want liefde heeft altijd het laatste woord.

Vragen

  1. Wat is de reus in jouw bestaan die dit doel van je relatie met God de Vader vormgeven in de weg staat? Hoe heet jouw reus?
  2. David gebruikte een slinger om Goliat te verslaan. Niet de wapenrusting van iemand anders. David gebruikte waar hij goed in was. Waar ben jij goed in? Wat zou je kunnen gebruiken om je reus te verslaan?
  3. Er is een verschil tussen een gelover of volger van Jezus zijn. Wat is volgens jou dat verschil? En hoe ga je van gelover naar volger?