Becka
Lily Knol
•••
Jaren geleden hielden mijn schoonouders schapen. In de lammertijd bracht een van de schapen een lam ter wereld maar overleefde het zelf niet. Wij namen het lammetje in huis om het met de fles groot te brengen. We noemden haar Becka. Becka groeide goed, ze huppelde door de kamer en raakte erg aan ons gehecht.
Wanneer ik Johannes 10 lees over de goede Herder met ons als zijn schapen, zie ik nu de vele overeenkomsten met onze ervaring met Becka.
Relatie
De herder krijgt een relatie met zijn schapen. Ze luisteren naar zijn stem. Hij roept ze bij hun naam. Elk persoon heeft een unieke stem. Wanneer je iemand heel goed kent, hoef je alleen de stem maar te horen om te weten dat hij of zij het is. Wanneer we tijd met onze Herder Jezus doorbrengen zullen we zijn stem steeds beter gaan herkennen. Toen Becka groot genoeg was moest ze weer naar haar soortgenoten in de wei, hetgeen ze moeilijk vond toen we haar daar achterlieten. En telkens wanneer we bij de wei kwamen, kwam Becka meteen naar ons toe gehuppeld. Ze herkende ons, onze stem. We riepen haar bij haar naam.
Leiding
De herder leidt zijn schapen en de schapen volgen hem. Schapen zijn erg kwetsbare dieren. Ze zijn een makkelijke prooi voor roofdieren want ze kunnen zich moeilijk verdedigen. Als ze op hun rug liggen kunnen ze niet meer overeind komen. Ze hebben een herder nodig. Schapen voelen dat ook goed aan. Als wij de honden uitlieten ging Becka mee. De honden gingen aan de riem. Voor Becka was dit niet nodig. Ze week geen meter van onze zijde.
Ook wij hoeven slechts onze ogen gericht te houden op de goede Herder. Hij loopt niet schreeuwend achter ons aan. Nee, Hij loopt voorop, maakt het pad vrij, kapt de struiken en baant de weg en nodigt ons uit: volg Mij.
Vertrouwen
Een vreemde zullen ze niet volgen staat er in Johannes 10. Ze vluchten dan weg want ze kennen zijn stem niet. De schapen weten uit ervaring dat wanneer ze in gevaar zijn hun herder hen zal redden. Soms leidt de herder zijn kudde door een donkere diepe kloof om bij een grazige wei uit te komen. Wanneer wij door een moeilijke periode van ons leven gaan is het zo belangrijk ons oog gericht te houden op de Herder. Het wordt (nog) niet lichter, maar Hij is bij ons. Hij leidt ons in de goede richting en als we niet meer op onze benen kunnen staan, dan draagt Hij ons.
Het meest bijzondere is toch wel dat, nu we ons verplaatsen in zo’n kwetsbaar lammetje, Jezus zelf geworden is als een lam. Hij werd mens, kwetsbaar, afhankelijk, geslacht (voor onze zonden). Hij werd het Lam Gods.
[fbcomments width=”100%” scheme=”dark”]