U hebt het mij al vaker horen zeggen: Ik ben een belijdend naïeve optimist in hart en ziel. Er zijn twee manieren om tegen het woord ‘naïviteit’ aan te kijken. Ik kan me nog herinneren dat de leraar voor het vak ‘Oude Testament’, tijdens mijn studie theologie, vertelde over de Ark van het Verbond.
Hij gaf een samenvatting van waar deze overal geweest was en wie hem daar naartoe had gebracht. Hij vertelde ons de hele historie op een vrij droge en feitelijke manier. Tenslotte vertelde hij dat de Ark tussen 950-623 v.Chr. spoorloos was, tot Indiana Jones hem in 1943 weer terugvond. We keken elkaar allemaal vragend aan en het was even doodstil, tot een studente onbevangen de stilte doorbrak met een welgemeende vraag: “Echt?” Iedereen lag op de grond van het lachen. Er zijn synoniemen van naïviteit die hier van toepassing zouden kunnen zijn, zoals onhandig, onwetend, onervaren.
Toen ik voor de internationale Kerk van de Nazarener op pad was in Bangladesh vroeg ik één van onze algemene superintendenten waardoor de kerk daar zo snel groeide. Waarom blijven ze maar nieuwe kerken stichten en groeien ze zo enorm in aantallen? Het antwoord van Dr. Jesse Middendorf was: “Nog niemand heeft ze verteld dat het onmogelijk is de wereld te bereiken.” Er zijn synoniemen van naïviteit die hierbij passen, zoals onbevangen, onbezorgd, natuurlijk, ongekunsteld, goedgelovig.
Welke definitie laat je toe?
Wat is uw perspectief op het geheel? Een vriend zei een keer: “Het zinken van de Titanic was een wonder voor de kreeften in de keuken van het schip. Het leven gaat over perspectief.” Als ik dan kijk naar de kerk, naar hoe wij ons ontwikkelen en waar wij naar toe gaan, dan ben ik gewoon positief. Ik ben optimistisch. Houdt dat in dat ik de uitdagingen en problemen ontken? Nee. Maar ik geloof dat in elke uitdaging, in elk probleem, in elke zorg, in elke ramp, een wonder verstopt zit. Want het wonder kan niet bestaan zonder de ramp. Als alles al wonderschoon en wonderbaar zou zijn dan zou het wonder niet opvallen. Elke zorg en pijn verleent bestaansrecht aan een wonder.
Zo leer ik iets over God
Tim Keller schreef: “Wanneer we zeggen: ‘Ik kan niet geloven dat God dit of dat zou toelaten’ dan zeggen we eigenlijk dat we niet echt een God willen die ons begrip te boven gaat.” Juist het mysterie van een onbegrijpelijke en onvatbare God geeft me voldoende moed en kracht om in elke situatie het wonder te mogen verwachten.
Zo leer ik ook iets over Gods genade
We denken soms dat ons het wonder ten deel is gevallen omdat we genoeg geloof hadden of omdat we voldoende hebben gebeden. Maar als het goddelijk wonder voortkomt uit het mysterie dat God grotendeels vóór ons is, dan kan ik ook niet verklaren hoe zijn genade werkt. Dan kan ik ook niet uitleggen waarom de één wel een wonder meemaakt en de ander niet. Onze neiging om het te verklaren door onze eigen handelingen komt alleen voort uit onze behoefte God te willen begrijpen. Als wij God inkaderen op basis van ons beperkte verstand, beperken we daarmee ook onze ontvankelijkheid. Maar gelukkig is genade juist het feit dat iets buiten ons begrip kan gebeuren. En dan zeggen we niet “eindelijk is het gebeurd” maar “het is een wonder dat dit is gebeurd”.
Zo leer ik ook iets over Gods liefde
We hebben allemaal een voorkeur voor bevestigende informatie. In de psychologie heet dat een ‘confirmation bias’. Dat betekent dat we liever ondersteuning zoeken voor de mening die we al hebben, dan uitgebreid onderzoek doen naar alle relevante argumenten. Dus op de een of andere manier zijn we allemaal een beetje onze eigen dwaalleraar. En toch blijft God maar van mij houden! Hoewel ik mezelf misschien voor de gek houd en daardoor misschien anderen pijn doe. Naïef optimisme neemt de verantwoordelijkheid niet weg. Het is nog steeds mijn verantwoordelijkheid om dingen recht te zetten en ik kan niet alleen achter de vergevende liefde van God schuilen. Als ik met naïef optimisme een situatie aanga, dan geloof ik vooral in de onschuld, in het goede en een positieve uitkomst, omdat God hetzelfde geloof heeft in mij.
God is naïef
Weet u wat ik denk? Ik denk dat God ook een naïeve optimist is. Hij blijft maar in het goede geloven van de mens. Dat lijkt me vrij naïef, want we weten toch inmiddels wel beter. Hij blijft maar genade tonen hoewel we het niet hebben verdiend. Dat lijkt me ook vrij naïef. Hij blijft maar van ons houden hoewel we niet altijd van Hem houden. Dat lijkt me vrij naïef. God is naïef. Hij blijft maar onbevangen geloven in het goede van mijn mens-zijn. Er is een eenvoudig woord voor wat God heeft en ons geeft… Hoop.
Hoop is de motivatie voor mijn naïef optimisme. Hoop is ondoorgrondelijk. Als we zouden weten wat er allemaal gaat gebeuren in de toekomst en dat het goed komt, dan zouden we vooral een goed plan hebben, maar geen hoop. Hoop is, ondanks de onzekerheid en het ontbreken van een goed plan, geloven dat het goed komt.
Belijdend naïef optimist
Ik hoop dus dat we een gemeente willen zijn met heel veel naïef optimisme. Want een gemeente zonder naïef optimisme is een gemeente zonder hoop. Een gemeente zonder naïef optimisme heeft waarschijnlijk heel veel goede plannen, maar geen hoop. Een gemeente zonder naïef optimisme heeft waarschijnlijk heel veel kaders en grenzen, maar geen hoop. Een gemeente zonder naïef optimisme heeft waarschijnlijk heel veel te doen, maar geen missie.
Ik ben dus een belijdend naïeve optimist en daarin zal ik u blijven voorgaan.
Van mij zult u dus nooit meer horen dat het onmogelijk is… Als God met kracht, liefde en genade in ons leven aanwezig is, dan verliezen we het recht om te claimen dat we “alleen maar mens” zijn en dat het niet mogelijk is. Een naïeve optimist deelt niet zijn twijfels, maar zijn geloof.