Naar wie luistert God?
Rik op den Brouw
•••
In een cursus werd een stukje uit de novelle ‘Book of Light’ van Chaim Potok aangehaald. Samengevat gaat het als volgt: ‘Een rabbi en zijn Joodse vriend zien een man achter een Shinto altaar en hij bidt. De rabbi vraagt ‘luistert God?’ Ze weten het antwoord niet. Ze hebben er nooit over nagedacht.’
Eerlijk gezegd ik ook niet dus de vraag zette me stil. Wat zou mijn antwoord zijn? Godsdiensten zijn altijd beter geweest in het uitsluiten dan het insluiten van mensen. Nadat rond het jaar 300 de christelijke kerk een onderdeel van de staat werd en er eenheid van leer werd verkondigd en opgelegd, bleken de ketters uit eigen kring te komen. Andersdenken werd strafbaar. Andersgeloven kon zeker niet.
De reformatie maakte het niet beter. In navolging van de leer van Augustinus vervolgden Luther en Calvijn andersdenkenden. Uiteindelijk lijkt het erop dat de theologie regels aan God oplegt. Ook de andere wereldgodsdiensten blijken behoorlijk exclusief te zijn.
Vroeger op de jeugdvereniging van de kerk waar ik opgroeide, hadden we discussies wat er bij het ‘laatste oordeel’ zou gebeuren met mensen die nog nooit van Jezus hadden gehoord. Achteraf tamelijk arrogant of was het gewoon naïef?
Het Wesleyanisme heeft Liefde als uitgangspunt maar kent wel trappen in heiliging. Hoewel het vast niet zo bedoeld is, geeft het wel de ruimte om jezelf ‘uitnemender te achten’ dan de ander. De Kerk van de Nazarener is Armeniaans-Wesleyaans en belijdt naast een collectieve relatie ook een persoonlijke relatie met God. Betekent dit dan dat een andersgelovige dat niet heeft? Het ‘Handboek” helpt niet bij het beantwoorden van deze vraag.
Ik geloof dat de dood en de opstanding van Jezus impact heeft op de hele kosmos, zoals de Bijbel zegt: ‘het zichtbare en het onzichtbare’. Johannes zegt in zijn evangelie dat het Woord ieder mens verlicht. Dat is een inclusieve beschrijving die aangeeft dat alle mensen horen bij Jezus. Paulus gaat in de brief aan de Kolossenzen nog een stap verder als hij stelt dat het evangelie aan alle schepselen onder de hemel verkondigd is. Paulus zegt dat op een moment waarop het zeker was dat niet alle mensen van een ander mens de boodschap van het evangelie gehoord hebben. Het lijkt erop dat mensen hiervoor niet echt nodig zijn. Ieder schepsel, dat gaat dus verder dan de mensheid, heeft het evangelie al gehoord. Jezus zit in iedereen.
Als een Romeinse hoofdman aan Jezus vraagt om zijn knecht te genezen, biedt Jezus aan om met hem mee te gaan. De hoofdman reageert dat het niet nodig is omdat Jezus ook op afstand kan genezen. Jezus zegt dan dat Hij zo’n groot geloof in Israël nog niet gevonden heeft; tegen een Romein die ongetwijfeld in Caesar geloofde. Geloof heeft dus klaarblijkelijk met gedrag te maken.
Daarom geloof ik dat God luistert naar iedereen die oprecht bidt (= gedrag)!
Mocht het bovenstaande niet overtuigend genoeg zijn, bedenk dan het volgende: Er kwamen magiërs uit het oosten die het kind aanbaden. Deze magiërs kwamen waarschijnlijk uit Perzië en waren Zoroastrische astrologen. Astrologen voorspellen de toekomst aan de hand van de banen van de sterren. Zo zagen ze de geboorte van een koning. De Joden en in navolging de Christenen wijzen astrologie volstrekt af.
Denk je dat toen deze magiërs het kind aanbaden en dat ongetwijfeld naar Zoroaster deden dat de Vader dat gebed afwees?