KONINKRIJK ONTMASKERD :: Thuis zijn
Samenvatting
Deze preekserie gaat niet over wat we anders of meer of beter zouden moeten doen, maar heeft betrekking op heel ons ´zijn´, ons hele wezen. Het gaat om ons denken, ons voelen èn ons doen.
In het verhaal van de twee zonen uit Lucas 15 gaat het dus ook om zowel denken als voelen als doen. Het gaat om gevoelens van onrust, van gedachten over hoe het hoort of hoe het zou kunnen zijn, van gedrag wat juist wel of juist niet passend is. En ten diepste draait het allemaal om wel of niet thuis zijn bij de Vader.
Dennis schetste dat zowel de zoon die wegging en letterlijk niet bij de Vader was, als de Zoon die thuisbleef, waren allebei niet werkelijk thuis bij de Vader.
Werkelijk thuis zijn bij de Vader, is er zijn met je denken, je voelen en je doen – met je hele wezen. Met alles wat er is.
Het gaat dus om het loslaten van de maskers, van waarachter we schuilen. De maskers waarmee we de wereld vertellen: “kijk dit is wie ik ben, wat ik denk, doe en voel,” terwijl daarachter iets anders schuilt – iemand anders schuilt. Het is niet gek dat die maskers er zijn, dat we dat doen; we hebben ze soms in ons leven zo nodig gehad om onszelf te beschermen, maar bij de Vader zijn ze niet nodig. En met je masker op, ervaar je je niet werkelijk thuis.
Het gaat om het loslaten van het beeld wat je hebt van wat de Vader verwacht over hoe Hij zou moeten zijn, wat Hij zou moeten doen of voelen. Pas als je Hem open tegemoet treedt, eenvoudigweg omdat je dichtbij Hem wilt zijn, zul je je echt thuis voelen.
Het gaat zelfs om het loslaten van je behoefte aan wat God allemaal voor jou zou kunnen doen. Dan maak je je geloof tot iets instrumenteels, in plaats van iets relationeels – en ben je niet werkelijk thuis.
Thuiskomen gaat over bij de Vader op schoot kruipen, met alles wat er is, helemaal jezelf, zonder verwachtingen. Dat is wat de weggelopen zoon uiteindelijk deed. Hij kwam thuis, liet zelfs zijn hoop op het voedsel waar hij naar verlangde los, werd welkom geheten in de omhelzing van de Vader – en kreeg nog een feestmaal toe.
Ben jij bij de Vader helemaal thuis? Wat in je leven heeft je daar gebracht?
Of heb je misschien nog wat los te laten om helemaal thuis te kunnen zijn? Wat is dat dan en wat heb je nodig om dat te kunnen doen?