HET KOMT GOED **onze hoop | Samenvatting
Ds. Dennis Mohn
7 december 2025
De Bijbel ademt van begin tot eind één grote belofte: het komt goed. Niet als optimisme, maar als werkelijkheid die zichtbaar wordt wanneer mensen durven vertrouwen op wat God schept. Die belofte komt scherp naar voren in het verhaal van de Emmaüsgangers. Twee leerlingen verlaten Jeruzalem op de derde dag na de kruisiging. Jeruzalem was de plek van hun verwachtingen, maar nu ook van hun teleurstelling, angst en verlies. Ze keren de belofte de rug toe en lopen weg van het verhaal waarvan ze dachten dat het was ingestort.
Onderweg praten ze hun verdriet rond. Ze zoeken troost, erkenning en woorden voor hun pijn. Troost is goed en nodig: het geeft ruimte, rust en menselijkheid. Maar troost is niet hetzelfde als hoop. Troost houdt gaande; hoop zet in beweging. En wanneer troost het enige wordt wat nog werkt, kan het mensen doen blijven hangen in een verhaal dat niet verder opent. Dat is precies wat er gebeurt: zij vertellen de Levende Hoop zelf hoe hopeloos alles is.
Terwijl ze praten, komt Jezus bij hen lopen, maar ze herkennen Hem niet. Hij legt hun de Schriften uit — vanaf Mozes tot de Profeten — en laat zien dat het verhaal niet mislukt was, maar vervuld. Het kruis was geen eindpunt maar middelpunt; de opstanding geen verrassing maar het hart van wat God aan het doen was. Wanneer Hij later het brood breekt, gaan hun ogen open, hun harten branden, en ze keren halsoverkop terug naar Jeruzalem. Hoop keert hen om.
Dit Emmaüs-moment staat niet op zichzelf. Het raakt aan het grote bijbelse verhaal, dat begint in de chaos van Genesis. De aarde is “tohoe en bohoe”: woest, leeg, duister — chaos die in de Bijbel vaak wordt verbeeld als watermassa’s. Maar de Geest van God beweegt over dat water. God splitst, ordent, vult en schept leven. De chaos wordt niet genegeerd, maar overwonnen.
Door de hele Schrift heen verschijnt dit patroon: wanneer chaos opduikt, zien we God die herschept. Jezus doet hetzelfde: Hij spreekt vrede over de storm, loopt over het water, drijft demonen de zee in, verandert water in wijn, en maakt de doop tot teken van nieuw leven. Hij herschrijft het verhaal van water en chaos; Zijn hand ligt op de zee.
In Openbaring bereikt dit verhaal zijn voltooiing: een nieuwe hemel, een nieuwe aarde — en de zee, het beeld van chaos, is er niet meer. God woont bij mensen, tranen worden gewist, de dood verliest zijn macht, alles wordt nieuw. Dit is geen troost voor later, maar een werkelijkheid die nu al het leven opent: het Koninkrijk is nabij, zelfs in ons. Wie dorst heeft, mag drinken van water dat leven geeft.
Daarom klinken woorden van Paulus als diepe hoop: “Ik heb geleerd om in alle omstandigheden tevreden te zijn… alle dingen kan ik aan door Christus die mij kracht geeft.” Niet omdat omstandigheden verdwijnen, maar omdat Christus van binnenuit het verhaal herschrijft. Vrede ontstaat niet door iets te krijgen, maar door niets meer nodig te hebben omdat Christus aanwezig is.
En zo klinkt dezelfde uitnodiging als aan de Emmaüsgangers: draai om, laat je hart opnieuw branden, keer terug naar het leven dat openstaat. Want het verhaal is al herschreven. De chaos heeft niet het laatste woord. Christus in jou is de hoop van heerlijkheid. Het komt goed.
Gespreksvragen:
-
Waar herken jij jouw eigen “Emmaüs-route”? Zijn er plekken of situaties in je leven waar je geneigd bent weg te lopen van teleurstelling of pijn?
-
Hoe onderscheid jij in jouw leven troost van echte hoop? Waar merk je dat troost je helpt, maar soms ook kan laten stilstaan?
-
Waar zou Jezus jouw hart vandaag opnieuw kunnen laten branden? Welke waarheid of welk perspectief van Hem nodigt jou uit om om te keren en verder te gaan in Zijn verhaal?

