Ik ben vermoeid en belast. Belast met een zoektocht naar antwoorden op de onmogelijke vragen en kwetsbare twijfels van deze tijd. Vermoeid van het altijd maar op mijn tenen staan, me nog meer uitstrekken naar de waarheid en er net niet bij kunnen.
Een leraar neuropsychologie, tijdens mijn opleiding tot gezondheidszorgpsycholoog, maakte een opmerking die bleef hangen. De precieze bewoording ben ik vergeten. De strekking was dat we ons brein nooit volledig zullen begrijpen. Het is een nogal filosofisch verhaal dat ik niet zou kunnen herhalen, maar het komt erop neer dat iets zichzelf nooit kan overzien. Er is iets groters nodig om te kunnen doorgronden hoe het functioneert. Je kunt het brein nooit volledig ontleden met als enige gereedschap het brein zelf.
Het verbaast mij steeds weer dat het de christenen zijn – de mensen die weten dat de waarheid allesomvattend is en een mens slechts een speldenpuntje in het geheel – die de meest stellige uitspraken doen. Wij kennen de waarheid en wij weten hoe je hoort te leven volgens God. Mijn docent poneerde dat een mens niet eens zijn eigen brein kan ontrafelen. Maar God ontrafelen, dat is geen probleem.
We lijken te denken dat God van ons verwacht dat wij de absolute waarheid kunnen samenvatten in een geniaal boek, een waterdichte preek of een overtuigende evangelisatieboodschap. Je moet het wel volledig overzien, want als je het niet volledig overziet dan vertel je het misschien verkeerd, en als je het verkeerd vertelt… Ja… wat dan…?
Ik weet niet eens precies wat dan. Maar ik word onrustig als de bijbelteksten en argumenten me om de oren vliegen. En ik ben niet eens zo slecht met woorden. Een heel stuk kan ik meekomen in de discussie. Tot het zwart wordt voor mijn ogen, mijn oren suizen en ik mijn focus kwijtraak. Het voelt als onzekerheid, maar het is werkelijk angst. Straks komt er iemand met een tekst uit het Oude Testament die in verband met dat wat Jezus heeft gezegd en dan in combinatie met wat deze ene grote theoloog heeft ontrafeld toch echt weerlegt wat ik zojuist beweerde.
Misschien heb jij er de energie nog voor, maar ik ben vermoeid en belast. Belast met een zoektocht naar antwoorden op de onmogelijke vragen en kwetsbare twijfels van deze tijd. Vermoeid van het altijd maar op mijn tenen staan, me nog meer uitstrekken naar de waarheid en er net niet bij kunnen.
En dan zijn er die kostbare momenten dat er iets resoneert in mijn hart, liefdevol dichtbij en glashelder. Woorden heeft het niet, behalve misschien een instemmend ‘ja’. Het klinkt als muziek, voelt als omhelzing, en smaakt naar meer. Mijn hart zingt en ik vind rust. Ik kan je de waarheid niet uitleggen. Er is ook niemand die dat van mij vraagt. Ik kan je wel aan hem voorstellen. En ik weet zeker, ook jij zult hem herkennen als je hem hoort.