Onze blikken kruisten elkaar, heel kort, en ik voelde het direct. Ik was niet verbaasd over wat er volgde: een snauw, een sarcastische opmerking. Het was niet de eerste keer die dag. Hij was scherper dan anders en om hem heen hing een sfeer als rond schrikdraad onder spanning. Niets ervan was op mij persoonlijk gericht. Toch merkte ik bij mezelf de neiging om hem te ontwijken en te wachten tot het over zou waaien. Maar de bui bleef hangen, dagen tot wekenlang.
In mijn zoektocht naar kracht in kwetsbaarheid dacht ik na over deze situatie. Heel goed kende ik deze man niet en toch wist hij me uit balans te brengen. Ik realiseerde me dat veel van mijn kwetsbaarheid ontstaat in interactie met anderen. Ben jij positief over mij? Ben ik veilig bij jou? Of lijkt het erop dat jij mij zult verwonden? Voel ik me veilig, dan zoek ik toenadering. Voel ik me bedreigd, dan ga ik je uit de weg.
Een tijd geleden spotte ik een knalrode ansichtkaart in de giftshop bij een tankstation. Op die kaart prijkt een simpele tekening van een haas en een egel met ultra-lange stekels. Daarboven stond de tekst: ‘Liefde is nooit zonder pijn,’ zei de haas en hij omarmde de egel. Aan deze tekst dacht ik terwijl ik de prikkelbare man ontweek. Toen ik hem vervolgens een keer één op één sprak haalde ik diep adem en besloot ik te vragen wat de reden was voor zijn opstaande stekels. Er viel een stilte. Hij keek me aan met een vorsende blik. Mijn hart klopte in mijn keel. En toen vertelde hij me over de privé situatie die hem wakker hield, hem gespannen maakte en ervoor zorgde dat hij iemand werd die hij niet wilde zijn.
Waarom zou je zonder harnas een potentieel oorlogsgebied betreden? Brené Brown, onderzoeker en expert op het gebied van kwetsbaarheid, geeft mij een goede reden. Zonder kwetsbaarheid is er geen moed, geen creativiteit, geen innovatie. Zonder kwetsbaarheid is er geen verbinding, geen groei, geen liefde. De lijst is lang. Hannah Brencher (in ‘Come matter here’) verwoordt het zo: ‘Onze zwakheid wordt een brug in plaats van een blokkade.’ Als je durft, als je de moed hebt, om te trillen op je benen, om stekels te omarmen, om verbinding te maken als afstand veiliger is, dan open je nieuwe wegen.
Jaren geleden zou ik de veilige afstand hebben verkozen boven het risico. Nu is dat anders. Daar is een reden voor. Je kent misschien de tuimelaar, zo’n ouderwetse metalen pop met ronde vormen. Je zet de pop neer, geeft hem een duw en hij komt vanzelf weer overeind. Een zwaar gewicht in de romp zorgt ervoor dat hij altijd weer omhoog zal komen. Toen ik leerde over kwetsbaarheid als dorst kwam ik erachter dat mijn diepste kwetsbaarheid de grootste Bron opent die er bestaat. Die Bron werd het anker in mijn leven. Al mept een ander mij heen en weer, ik keer altijd terug naar mijn centrum in God. Vanuit dat vertrouwen durf ik mijn kwetsbaarheid te laten zijn als brug.