Genoeg of geliefd
Colette van der Heiden
•••
Mijn lichaam houdt van mij. Het waarschuwt me als ik rust nodig heb, als ik te hard werk of me te druk maak. Het vertelt me wanneer ik genoeg heb gegeten. Het waarschuwt me voor gevaar. Het kent mijn grenzen en wil me beschermen.
Mijn emoties houden van mij. Ze helpen me voelen wat ik nodig heb. Mijn boosheid helpt me om mijn grenzen aan te geven of een confrontatie aan te gaan. Mijn verdriet helpt mij troost te zoeken. Mijn nieuwsgierigheid helpt me nieuwe dingen leren en contact te maken. Mijn angst wil me veilig houden.
Jezus houdt van mij. Hij heeft mijn lichaam en mijn emoties zo ontworpen dat ze mij vertellen wat ik nodig heb. Hij kent mij dieper dan ik mijzelf ken. Zijn zachte stem binnen in mij geeft wijsheid, rust en richting. Hij werkt samen met mijn lichaam en mijn emoties om me liefdevol te helpen.
Mijn kritische ik heeft ook het beste met mij voor. Ze wil dat ik waardering krijg en geen afwijzing. Ze werkt daar hard voor: ze waarschuwt me als ik te weinig doe, te laat, te langzaam, niet goed genoeg. Ze benoemt het haarscherp als ik weer zo nodig moet opvallen, of te weinig voor mezelf opkom. Ze weet precies hoe de meest perfecte versie van mij zich gedraagt. Pas als ik samenval met dit perfecte plaatje, zal ik veilig en geliefd zijn.
Mijn kritische ik roept dat mijn lichaam zich niet zo aan moet stellen
– gewoon even doorzetten.
Mijn kritische ik vind emoties maar niks
– huilen is aanstellerij, angst is zwak, woede is slecht.
Mijn kritische ik zegt: Jezus is zo heilig
– daar kun je pas mee praten als je goed genoeg bent.
Mijn kritische ik bedoelt het goed. Maar ze weet niet dat ik al geliefd bén.
En ik? Ik vergeet dat ook nogal eens. Ik wil graag goed genoeg zijn. Ik wil dat ze me aardig vinden. Ik wil erbij horen. En ik denk daar zelf voor te moeten knokken.
Mijn lichaam negeer ik – pas als ik hard genoeg werk voel ik me iets waard.
Mijn gevoelens druk ik weg – die zijn alleen maar lastig.
Dat Jezus zachtjes op de deur klopt – ik hoor het niet eens.
Ik heb het te druk met de adviezen en waarschuwingen van mijn kritische ik.
Mijn lichaam houdt van mij
Mijn gevoelens houden van mij.
Jezus houdt van mij.
Maar… hou ik wel van mij?
Ik mag mijn kritische ik vragen om even stil te zijn, zodat ik kan luisteren naar wat er nog meer in mij gebeurt. Als ik de signalen van mijn lichaam opmerk, besef ik dat ik begrensd ben. Ik mag leven binnen mijn grenzen. Als ik mijn gevoelens durf voelen en erkennen, ontdek ik wat ik nodig heb. Ik mag zorgen voor mijn behoeften. Als ik de moed heb om met aandacht te vragen: ‘hoe gaat het eigenlijk met mij?’ en stil te luisteren naar het antwoord, komt er ruimte om ook de zachte stem te horen van Jezus.
En ik mag geloven en omarmen wat Hij me zegt: ‘Ik ben Genoeg. En jij bent Geliefd.’