Goed nieuws
De belangrijkste preek ooit - deel 1
Lara Mohn
Gelukkig begint Jezus bij het begin. Want ik betrap mezelf er regelmatig op dat ik in het boek van mijn leven vast probeer vooruit te bladeren. Ik wil denk ik graag nu vast weten waar ik ooit uit moet komen, zodat ik vast kan proberen dat te zijn. Ik heb daardoor wel vaak het gevoel dat ik achter loop. Ongemerkt gedraag ik me dan als een appelboom die zo veel mogelijk glanzende appels uit zijn takken probeert te persen—zich gefrustreerd afvragend wáárom het nou niet lukt. Ik snap natuurlijk zelf ook wel hoe absurd en onzinnig dat eigenlijk is, maar het houdt me toch niet tegen om af en toe een poging te wagen. Toen Jezus begon aan het actieve publieke deel van zijn leven op aarde forceerde hij gelukkig geen resultaat. Hij bladerde niet door naar het einde. Hij begon gewoon bij het begin. En in dat begin zei hij tegen iedereen die hij tegenkwam: ‘Het koninkrijk van God is hier, open en bereikbaar, zorg dat je erbij bent!’
Ik heb het helaas te vaak gelezen om er kippenvel van te krijgen. In plaats daarvan knik ik braaf aan de buitenkant, terwijl ik aan de binnenkant mijn wenkbrauwen optrek. Het concept ‘koninkrijk van God’ fascineert en verwart me namelijk al sinds mijn jeugd. Ik groeide op in de kerk en heb er van alles geleerd. Een geloofsbelijdenis begrijpen lukte me wel, want ik kan redelijk goed leren. Het ritme van naar de kerk gaan en bijbel lezen en bidden was lekker concreet en met een beetje discipline ook best waar te maken (met ups en downs, ik zal eerlijk zijn). Maar wat er in hemelsnaam met dat koninkrijk werd bedoeld … ? Daar leek ook niemand echt zijn vingers aan te willen branden. En als iemand dat wel deed dan riep het meer vragen op dan dat het antwoorden gaf. Geniaal dat juist dat niet te vangen nieuws hét goede nieuws is. Het is een mysterie dat niemand dicht kan timmeren.
De mensen die erbij waren toen Jezus deze woorden steeds herhaalde, leken er overigens wel degelijk kippenvel van te krijgen, want zij gingen massaal achter Hem aan. Blijkbaar begrepen ze iets wat wij over het hoofd zien. Dat is ook wel logisch, want zij hadden dezelfde context, gebruikten dezelfde woorden en kenden dezelfde beelden als Jezus. Zij hadden hun leven lang de verhalen gehoord, van hun opa’s en oma’s, over hun voorouders die slaaf waren geweest in Egypte, tot God besloot dat het klaar was met de ellende. God bevrijdde het volk en vanaf dat moment zouden ze Zijn volk zijn. Ze hadden gehoord dat deze God een hele lange weg ging met hun voorouders door de woestijn, waar Hij steeds weer voor hen zorgde en meer geduld had met hun nukken dan een mens ooit had kunnen opbrengen. Die God, vertelden opa en oma, was van plan geweest om zichzelf, via dit eenvoudige volk, als een olievlek van Licht over de hele wereld te verspreiden. Helaas was er nogal wat mis gegaan onderweg, waardoor het plan leek te zijn gefaald, vooral omdat het volk nogal hardleers en eigenwijs bleek te zijn. Honderden jaren lang was het vervolgens stil geweest.
De mensen die naar Jezus luisterden kenden dit verhaal dus goed. Ze vierden feesten die bedoeld waren om hen eraan te herinneren. Er werd ook weleens gezegd dat het verhaal nog niet klaar zou zijn. Maar zij hadden daar persoonlijk weinig van gemerkt. Ze waren bezet door de Romeinen die hen het leven zuur maakten. En in de tempel, waar de God uit deze verhalen aanbeden werd, was vooral plek voor degenen die rijk gezegend waren en torenhoge religieuze eisen waar konden maken. Dat lukte hen niet en zij waren niet rijk, dat was hun realiteit. Sterker nog, velen van hen waren ziek, en dat was nooit goed voor je religieuze reputatie (want als je ziek was dan moest je iets verkeerd hebben gedaan, dat was de gangbare overtuiging). Dus toen Jezus zei dat de God uit de verhalen Zijn comeback maakte en dat Zijn koninkrijk wagenwijd open stond, kregen ze kippenvel en gingen ze massaal achter Hem aan.
Toen ik als kind in de westerse kerk opgroeide leerde ik de taal en de rituelen die mij moesten herinneren aan wat die God ooit had gedaan voor een volk dat niet mijn eigen volk was. Achteraf gezien was dat best ingewikkeld. Terwijl ik probeer een soort samenhangend verhaal te schrijven over wat ik toen leerde merk ik dat ik vastloop. Ik kom uit bij een karikatuur geschetst in dogma’s. Jezus is gestorven voor je zonden, leerde ik, en daarom mag je naar de hemel als je later dood gaat. Ik deed mijn best de theorie te begrijpen, maar diep vanbinnen leefde de stille vraag wat mijn zonden dan waren, want ik was best een braaf kind. Om gênante situaties te voorkomen bedacht ik, zoals vele brave christenen met mij, een dom lijstje met ‘liegen om bestwil’, ’snoepjes stelen uit de snoeppot’ en ‘boos zijn op mijn zusje’. Geen van die dingen vond ik echt een megagroot probleem, maar je moest toch íets zeggen, want je wilde niet overkomen alsof je dacht dat jij geen zonden had. Hoe Jezus’ dood die onbekende zonden oploste was een vrij abstract verhaal waar ook nog eens verschillende theorieën over waren. En de hemel was een vaag concept waar ik pas iets aan zou hebben als ik dood ging. Ondertussen, dat was me heel duidelijk, moest je in dit leven wel uitkijken, want je wilde het niet verpesten voor die tijd.
Natuurlijk is er veel meer nuance. Het christendom kent een rijke theologische geschiedenis die ongelofelijk veel parels bevat. En ik hoorde, als onderdeel van die geschetste karikatuur, ook vaak genoeg: ‘God houdt van jou’. Toch is die karikatuur wat veel christenen in een notendop leren en waar we ook nog eens een hele ongelovige wereld van moeten zien te overtuigen—want anders gaan zij naar de hel en dat is dan jouw schuld. Mijn punt is dat ik het in mijn hart gewoon niet snapte. Ik wilde het wel geloven, maar ik begreep niet echt wat er zo goed was aan dit nieuws. Het had heel weinig met mijn eigen leven te maken. Er waren te veel puzzelstukjes en bijbelgedeelten die in deze context onbegrijpelijke waren. De logica ontbrak af en toe finaal en maar weinigen in de ‘ongelovige’ wereld leken onder de indruk van dit ‘goede nieuws’. Dit leidde voor mij tot een spannende conclusie: als dit geen goed nieuws is, dan is dit misschien niet hét goede nieuws.
Ik weet niet of het jou is opgevallen, maar mijn ultrakorte samenvatting van het gangbare christelijke geloof zegt niks over dat ‘koninkrijk van God’ dat Jezus zo enthousiast rondbazuinde. Dat kan natuurlijk aan mijn beperkte opvoeding liggen, dus ik heb er de geloofsbelijdenis (van Nicea) ook even op nageslagen. Maar die zegt alleen maar heel summier dat er ‘aan Jezus’ rijk geen einde komt’. Waarom staat ‘het koninkrijk van God is hier’ niet in onze geloofsbelijdenis, terwijl dat toch hét goede nieuws was volgens Jezus zelf?
Soms is de grootste uitdaging voor mij om de geleerde theorie even te laten liggen en mijn diepe twijfels boven te laten drijven. Niet omdat die twijfels mijn richting moeten zijn, maar omdat ik best mag geloven dat ik antwoorden op het spoor kan komen. Soms is de grootste uitdaging om met nieuwsgierige ogen te kijken en met open oren te luisteren, voor jezelf op ontdekkingstocht te gaan. Als God waar is, als Zijn verhaal met ons waar is, dan kan het tegen een stootje. Ik durf iedereen aan te moedigen om deze weg te gaan, omdat ik inmiddels weet dat God inderdaad tegen dat stootje kan. Er zit veel meer vlees aan Zijn verhaal met ons dan wij kunnen vermoeden, genoeg om ons een eeuwigheid lang te intrigeren.
Het koninkrijk van God is inderdaad hier. En het is nog steeds open en bereikbaar. Dit is de realiteit van de God over wie de verhalen gaan, alle verhalen van mensen die stralen, dwars door hun soms keiharde leven heen. Dit is de realiteit van de God die tot in Zijn kern goed is, eerlijk, liefdevol, daadkrachtig, creatief, wijs, trouw, vrolijk, sterk en relaxed. Hij is alles wat wij diep vanbinnen willen zijn. En die God is hier en nu, op dit moment, op deze plek, waar wij zijn, we hoeven nergens anders heen. Niet ‘ooit als je dood gaat, hopelijk duurt het nog heel lang voor dat gebeurt’, maar hier en nu. En Hij laat ons binnen in Zijn realiteit, als wij dat willen, wie we ook zijn. De bijbel staat vol met verhalen die dat laten zien. De simpele visser die over zijn bootje gebogen staat en voor de zoveelste keer het net uitgooit voor een schamele vangst. Hij wordt uitgenodigd om een ander leven te leiden. De vrouw die zich diep schaamt omdat ze maar blijft bloeden en geïsoleerd van mensen leeft. Zij wordt gezien en genezen. De man in de rotsen die vastgeketend zit omdat hij een gevaar is voor zichzelf en anderen. Hij wordt bevrijd en aangemoedigd om zijn verhaal te vertellen. En ze gaan achter Jezus aan.
Ook ik, zomaar een vrouw, ergens in de tijd, werd gevonden toen ik hopeloos vastliep in mijn eigen pogingen iets van het leven te maken. Toen ontdekte ik die realiteit, niet zichtbaar met het blote oog, waar een goede God de touwtjes in handen heeft. Daar was alles wat ik nodig had om heel en vrij te worden, zoals jij en ik diep vanbinnen bedoeld zijn. Dat is het beste nieuws dat ooit in mij tot leven is gekomen. Het maakt een wereld van verschil. De weg daar naartoe is lang en complex en misschien maakt het je soms moedeloos. Misschien betrap jij jezelf er soms ook op dat je krampachtig probeert appels uit je takken te persen, je gefrustreerd afvragend wáárom het nou niet lukt. Dan ben ik blij dat je mee leest en luistert naar Jezus, want hij begint gelukkig bij het begin, hier en nu, precies waar jij en ik nu zijn. Je hoeft alleen maar te gaan zitten in het gras, op de berg waar hij straks een heleboel gaat vertellen, waar hij begint aan wat de geschiedenis in zal gaan als de belangrijkste preek ooit.
Reflectie opdracht
- Omschrijf in je eigen woorden wat jij altijd dacht dat ‘hét goede nieuws’ zou zijn. Wat heb jij in je leven te horen gekregen?
- Wees goudeerlijk en schrijf op welke dingen in het christelijk geloof jij vreemd vind, (nog) niet begrijpt, waar je aan twijfelt, of wat je niet vindt kloppen. Draag ze nieuwsgierig met je mee, zodat je het opmerkt als je ooit antwoorden op het spoor komt.
- Ben je door de woorden van Jezus (dat het koninkrijk van God hier is, open en bereikbaar) ergens nieuwsgierig naar geworden? Schrijf het op.
Bid mee, als je wilt: ‘Goede God van dat mysterieuze koninkrijk, dit klinkt allemaal interessant, maar ik snap er eerlijk gezegd nog weinig van. Ik ga er even vanuit dat U dat niet erg vindt en dat ik niet de enige ben. Maar als het echt waar is dat U hier en nu bent, dan bent U ook waar ik nu ben, dan luistert U naar mijn stem. Dat is best een bizar idee. Eerlijk gezegd maakt het me ook wel nieuwsgierig. Dus ik denk dat ik wil zeggen dat ik er als het ware tussen zit, tussen al die mensen op die berg, en dat ik luister. Ik ben benieuwd naar wat U mij te vertellen heeft. Amen.’
Deze tekst is gebaseerd op Mattheüs 4:17-5:1.