Samenvatting

In deze preek neemt Paulus ons mee in een diepe theologische shift: van een geloof waarin je jezelf moet bewijzen tegenover God, naar een leven waarin je mag weten dat je al bent aangesteld – verzoend en gezonden. Aan de hand van 2 Korintiërs 5:17-21 en het verhaal van de zalving van David (1 Samuël 16), ontdekken we dat verzoening niet slechts vergeving is, maar een totale herschrijving van het verhaal over wie je bent en waarom je er mag zijn.

De Korintiërs zagen Paulus als zwak en onimponerend – hij voldeed niet aan de Romeinse maatstaven van gezag en charisma. Maar Paulus zegt: “Wij beoordelen niemand meer volgens wereldse maatstaven – ook Christus niet.” Zelfs Jezus werd ooit afgewezen omdat Hij niet ‘impressive’ genoeg leek. Dat laat zien hoe diep we vast kunnen zitten in het idee dat we indruk moeten maken.

Verzoening is geen juridische regeling om God rustig te krijgen. Het is Gods liefdevolle initiatief om alles wat gebroken is – tussen Hem, onszelf en de wereld – te herstellen. Jezus kwam niet om straf te dragen zodat God je weer kon verdragen, maar om het systeem van oordeel en bewijsdrang te ontmantelen. Verzoening is geen hemels contract, maar een goddelijke beweging die zegt: “Ik wil je terug. Niet op afstand, maar dichtbij.”

Het verhaal van David laat dit beeld krachtig zien. Hij werd niet eens genoemd door zijn vader Isaï. Niet indrukwekkend genoeg. Maar God zag zijn hart. Hij werd gezalfd, niet omdat hij het al kon, maar omdat hij beschikbaar was. Zo kijkt God ook naar ons. Hij roept ons niet vanwege onze prestaties, maar vanwege onze openheid. Hij zoekt geen mensen die imponeren, maar mensen die beschikbaar zijn. Mensen die verzoend leven.

En dat is de shift: je hoeft niet langer in de rij te staan om goedgekeurd te worden. Je staat al in Gods hart. Je bent geroepen om niet indrukwekkend, maar aanwezig te zijn – als gezant van verzoening. In je gezin, op je werk, in de wereld.

 

Gespreksvragen:

1. Op welke manieren herken jij de neiging om indruk te maken op God of anderen?
2. Wat betekent het voor jou om “verzoend aanwezig” te zijn in jouw omgeving?
3. Wat zou er veranderen als je ging leven vanuit het besef dat je al aangesteld bent?