Van kleine prins naar grote koning
Bart Richters
•••
De allereerste bijbelfiguur die in mijn jeugd indruk op mij maakte was de kleine herdersjongen David. Hij was niet bang voor een leeuw die het op zijn schapen had gemunt. Hij was ook niet bang voor de reus Goliath, ook al was die vele malen groter en sterker. Met het grote geloof in de God van David ging de reus horizontaal. Dat werd mijn eerste eigen gekochte boekje: David door Anne de Vries. Het mosterdzaadje Godsvertrouwen was gezaaid.
Op mijn elfde verjaardag kreeg ik mijn eerste eigen Bijbeltje. Eerlijk gezegd had ik gehoopt op een heel ander verjaardagscadeautje en de tekst die ik meekreeg werd veel later pas echt gewaardeerd. Maar er was weer een verband met mijn kleine prins David, de herdersjongen.
In de 5e klas van de lagere school kreeg ik al Franse les. Deze taal liet mij niet meer los. Ik vond het prachtig. De klank, ritme en toonhoogte boeiden mij. Toen ik later verder ging studeren zat natuurlijk Frans in het pakket. Ik maakte kennis met een klein boekje ‘Le petit Prince’, geschreven door de piloot Antoine de Saint-Exupéry. De schrijver is met zijn vliegtuig geland in een woestijn. Hier ontmoet hij de kleine prins. De kleine prins heeft een scherpe analyse over de mensen op deze aarde. Voor mij werd dit boekje bijna ook een Bijbeltje. Mijn lievelingsspreuk van de kleine prins is: “Enkel met het hart kun je echt zien. Het wezenlijke is onzichtbaar voor het oog.”
En zo blijkt maar weer dat de Heer ook creatief is. Hij zet veel kanalen en middelen in om Zijn kinderen te laten groeien in geloof. Zo verging het mij ook. Niet alleen ging ik in dienst in het aardse leger maar ik werd ook soldaat in het leger van de Heer. In de praktijk moest ik dan soms twee generaals gehoorzamen. Maar wat is het dan geweldig te ervaren dat je de vele mogelijkheden van jouw aardse werk kunt toepassen op de jongeren van een geloofsgemeenschap waarvan je deel uitmaakt. Bijvoorbeeld: hoe mag je dienen in Gods leger met beide benen op de grond? Het is dan geweldig te ervaren op wie je kunt steunen. Wie met je mee marcheert door dik en dun. Een God die naast je staat. Dat gevoel overbrengen was een missie geworden. Zo groeide mijn geloof, dat begon als een klein mosterdzaadje, van de kleine prins naar de grote Koning. En nu?
Hoe sta ik nu in dat geloof? Ik heb dieptepunten ervaren die dat geloof een deuk gaven. Maar Hij was erbij, iedere keer weer. En dan zie ik (met mijn hart en niet met mijn ogen) jonge mensen in onze kerk geweldig werk doen. Zij hebben duidelijk hun opdracht als soldaat in het leger van de Heer gevolgd. Trouw aan de grote Koning. Hun generaal. Ik zou zo graag al onze mannen en vrouwen in onze kerkgemeenschap willen inlijven in dat leger. Ik heb jarenlang een Nederlands wapen op mijn mouw gedragen. Het devies in het Frans: ‘ik zal handhaven.’ In hedendaags Nederlands vertaald: ‘hou vol!’