Langzaam druppelt bij iedereen het besef binnen van wat er in Utrecht is gebeurd en verspreid er zich door Nederland een gevoel van ongeloof, rouw en misschien wel boosheid. Zijn we dan toch het slachtoffer geworden van een terroristische daad? Juist op het moment dat het wat ‘rustiger’ leek en de angst voor een aanslag niet meer zo direct voelbaar was? Enkele jaren geleden stapte ik eerlijk gezegd soms ook met een onrustiger gevoel een trein in, maar ik realiseerde me laatst dat ik dat gevoel niet meer heb. Misschien hopen we met z’n allen dat het geen terroristisch daad was, al maakt dat het leed niet minder erg.
Ongeloof, onmacht, maar ook boosheid over reacties van anderen, zijn de gevoelens die ik de afgelopen dagen zelf ook heb ervaren. Ergens hoor ik af en toe het stemmetje in mijn hoofd: ‘Misschien krijg je nu wel weer de vraag: Waar was God dan op dat moment?’ en misschien heb ik mezelf die vraag ook wel gesteld. Mijn vertrouwen in God is echter veel groter dan mijn twijfel aan God. Ik heb zelf niet de behoefte om deze vraag te beantwoorden. Ik vind het veel belangrijker wat wij met de hulp en kracht van God zelf kunnen doen. Op onze kalender stond de dag van de aanslag de toepasselijke tekst: ‘Ook al is de tijd slecht, wij kunnen goed zijn.’
Misschien denk je wel: ‘Ja, dat klinkt allemaal wel erg mooi, maar wat kan ik daarmee?’. Ik vind de tekst enorm bemoedigend. Natuurlijk mogen we boos en verdrietig zijn, onmacht voelen en angstig zijn voor wat de toekomst ons brengt. Bij de tekst op de kalender moest ik direct denken aan de visie van onze kerk, die sinds kort zo mooi in de hal hangt: “Goed liefhebben, van God je naaste en jezelf, omwille van de wereld.” Op dit soort momenten geldt dat misschien wel nog meer dan normaal.
Het mooie vind ik dat we in onze kerk mogen en vooral willen leren hoe we dat “Goed liefhebben” in de praktijk kunnen brengen en dat als we er bewust mee bezig zijn. We merken dat we anderen hiermee kunnen helpen, maar ook onszelf. En we mogen weten dat we deze weg niet alleen hoeven af te leggen, maar dat God met ons meegaat en ons de kracht geeft om lief te hebben, ook in situaties waarin dat niet zo makkelijk is.
Al leven we in een (slechte) tijd waarin soms ellende en negativiteit overheerst, wij kunnen – samen met God – goed zijn.