“Iedere kloof zal worden gedicht, elke berg en heuvel geslecht, kromme wegen recht gemaakt, hobbelige wegen geëffend” (Lucas 3:5).

Dit woord van Johannes herinnert mij aan de reis die wij jaren geleden maakten in Mexico. We wandelden op een middag in een prachtig berglandschap met smalle paadjes die slingerend tussen het struikgewas doorliepen. We moesten erg opletten op de oneffenheden in de steenachtige bodem en uitkijken om niet te vallen of te struikelen.  Het pad voerde langzaam omhoog en omkijkend zagen we het pad dat achter ons lag met vlakke gedeelten en ook dalende trajecten.

Mijn eigen kronkelpad lijkt sprekend op deze herinnering, op mijn oude dag kijk ik om en zie mijn levenspad met goede en kwade afgelegde wegen, maar ook de moeizame klim naar boven die ik beslist wil gaan, met vallen en opstaan. Dan kijk ik naar God die mij op mijn levenspad altijd heeft bijgestaan.

Ik ben bijna boven en heb de langste weg afgelegd, God zal mij ook hierbij helpen. Echter, ik zal rekenschap moeten afleggen betreffende de talenten die God mij gegeven heeft, ik heb ze naar mijn gevoel onvoldoende besteed en heb ze zelfs begraven, daar worstel ik mee. Ondanks dat mislukken mag ik mij optrekken aan bovengenoemde tekst en belofte van het volgende vers: “en al wat leeft zal zien hoe God redding brengt”.

Als ik dan uiteindelijk Boven ben krijg ik witte kleren en een nieuwe naam en mag ik het oneindige Nieuwe Jeruzalem binnengaan en Jezus zien, zoals Hij is.