Buiten jezelf

29 mei 2022
Ds. Dennis Mohn
Handelingen 3:1-10, Openbaring 3:14-20
Print Friendly, PDF & Email

Samenvatting

We zien onder andere in het Marcusevangelie dat er veel spanningen waren tussen Jezus en de tempel – de tempel als gevestigde religie die de beweging van God tot stilstand had gebracht. Ook de apostelen en de nieuw ontstane kerk hadden zo hun spanningen met de tempel.

En deze spanning is soort van ingebouwd in ons allemaal. Wij hebben dan geen tempel meer als symbool van een gevestigd en georganiseerd geloof. Maar wij als kerk zijn ook een organisatie. We hebben structuren om ons gezamenlijk leven als gemeente vorm te geven. Het is niet erg om een organisatie te zijn als kerk. Dat heeft ook zijn voordelen.

Maar er is ook een valkuil dat vele kerken ook kennen. Er kan ons een manier van hoe we organisatie doen en zijn overkomen op het moment dat we deel worden van een organisatie en dat is deze – we worden organisatorisch. Er is dus een spanning tussen organisatie zijn en organisatorisch zijn. Maar tegelijkertijd is de kerk ook een organisme. Het is juist een levend iets. We zijn het lichaam van Christus. Het heeft een kloppend hart.

Maar weet je wat er gebeurt als je organisatie vooral organisatorisch wordt? Het onderhouden van de tempel wordt dan de focus van je leven. Het behouden van je functies met macht, controle en zicht op dingen. En dan gaan veel van de gesprekken in de tempel over: Wat doet hij? Wat doet zij? Waarom mag ik niet meedoen en hij/zij wel? Waarom werd ik niet gevraagd? Waarom wist ik hier niets van en hij/zij wel? Vind ik dit leuk? Wie is in de tempel en wie niet? Wie hoort erbij en wie niet? Je krijgt in organisatorische organisaties dus heel veel politieke gesprekken. Het is een spanning ingebouwd in ons allemaal.

In dit verhaal komen we dus een tempel tegen die organisatorisch is en dood. En vervolgens komt het evangelie aangelopen! Maar het komt niet ín de tempel, het komt juist buiten de poort van de tempel. Organisatorische organisaties zullen altijd deze vragen stellen: Wat gebeurt hierbinnen? Maar het levende organisme van de kerk stelt altijd deze vraag: Wie is daarbuiten?

Op het moment dat de tempelbezoekers de bedelaar genezen zagen rondlopen waren ze buiten zichzelf. Dat is wat de beweging van het evangelie doet – we worden naar buiten getrokken naar waar het evangelie leeft.

Vragen

  1. Herken je deze spanning tussen organisatie en organisme ook in je eigen leven?
  2. Als we ontevreden zijn (bijvoorbeeld over ons geloofsleven) beginnen we vaak vragen te stellen aan de organisatie. We stellen niet zo snel eerst vragen aan ons geloof. Waar gaan jouw vragen meestal over?
  3. Het is de organisatie die de missie van de kerk zou moeten helpen om in beweging te blijven. Hoe zou je nog meer onderdeel kunnen worden van deze beweging?