De adventstijd staat voor de deur. De naam advent komt van het Latijnse woord adventus, dat ‘komst’ betekent. We leven in de adventstijd toe naar de komst van Jezus, naar het moment waarop God zich persoonlijk voorstelt aan de mensheid. Natuurlijk is dat al gebeurd, maar het is een tijd waarin we onszelf leren te leven in de verwachting van Jezus.

Verwachting… Er wordt veel verwacht van ons. Er is stress, er zijn eisen. Taken die gedaan moeten worden benauwen ons van alle kanten en vallen onze agenda’s aan. Doe dit. Wees daar. Maak dit af. Bel hem of haar. Het lijkt alsof iedereen iets van ons wil – familie, vrienden, werkgever, school, kerk, verenigingen. Op een gegeven moment is er nog weinig over om te geven omdat de energie en de tijd op is. We haasten ons door het leven, zorgdragend voor het nodige, het onmiddellijke en het urgente. Het belangrijkste blijft uiteindelijk over en is bedekt met een laag stof. Er wordt te veel verwacht van ons.

En stiekem verwachten wij ook dingen van de ander. Ik verwacht dat men mij goed behandelt. Ik verwacht dat ik voldoende aandacht en liefde krijg. Ik verwacht dat de ander zich aan de afspraken houdt. Ik verwacht dat er rekening wordt gehouden met mijn gevoelens en mijn wensen. Alles draait om mijn meningen, mijn verlangens, mijn voorkeuren. Ik houd hiervan. Ik wil dit. Ik wil dat niet. Iedereen om ons heen hoort te voldoen aan elkaars verwachtingen.

Dus we verwachten ook enorm veel van onszelf. We verwachten van onszelf dat we aan alle verwachtingen zouden moeten kunnen voldoen. En verwachtingen aan onszelf beginnen vaak met het woord ‘ik’. Ik verwacht van mijzelf dat ik gelukkig moet zijn. Ik verwacht van mijzelf dat ik beter moet zijn, mooier, geweldiger, spontaner, flexibeler, slimmer, geloviger.

Maar hoe meer we een leven leven van ‘ik verwacht’ hoe meer we gefrustreerd zullen raken. Want mensen bestaan niet alleen op deze wereld om onze verwachtingen te vervullen. Op een gegeven moment is de energie op, tijd op, en frustratie volop aanwezig. En het advies dat we dan vaak krijgen als het niet meer lukt om te voldoen is: “Wees even een vent! Even doorbijten. Niet stressen, bikkelen, opschieten.” Maar daar krijg je alleen maar nog meer stress van. Wat een werk allemaal.

En dan is het advent, het feest van de verwachting… ook dat nog.

Advent is een tijd die me deze vraag stelt: Werk ik aan de juiste dingen? Misschien werk je namelijk aan de verkeerde dingen. Misschien werk je aan het vormen van verwachtingen waaraan niemand kan voldoen. Misschien werk je aan eisen voor jezelf. Misschien werk je aan verwachtingen voor je leven zoals: Ik zou die baan nu toch moeten hebben gekregen, die toets hebben gehaald, die partner hebben gevonden. Ik zou nu toch echt gelukkig moeten zijn. God zou dit toch echt nu moeten hebben genezen. De kerk zou me nu toch eindelijk eens moeten zien en serieus nemen. Veel verwacht, maar weinig is het geworden. Uitgesloofd, uitgeput, vermoeid… Ik snap wel dat we op een gegeven moment overgaan van verwachten naar afwachten. Want blijkbaar heeft al ons zwoegen geen zin.

Maar hier is wat advent ook tegen mij zegt: Werk door – maar werk aan de juiste dingen. En misschien weet je niet zeker of je bezig bent met de goede dingen. Stel de vraag dan zo: Staan de dingen waar jij aan werkt en moeite voor doet symbool voor Gods aanwezigheid? Wordt Jezus door jouw inspanning zichtbaarder?

De adventstijd is een tijd die me altijd weer aan deze vraag herinnert: Hoe actief is mijn verwachting van Jezus in deze wereld? Met advent verwachten we Hem. Maar we verwachten Hem niet door te verwachten dat er maar wordt voldaan aan onze verwachtingen. We verwachten Hem ook niet door maar af te wachten. We verwachten Hem zoals God elke gelovige oproept om de aanwezigheid van God te kunnen verwachten: Werk mee aan de juist dingen. Wees dus een echte ad-vent! Als we de juiste dingen verwachten dan hoeft het niet langer weinig te blijven maar zal Hij zich in al Zijn heerlijkheid tonen!